Vragen over het beheer van invasieve soorten
-
- Vragen
- Vragen over het beheer van invasieve soorten
Indiendatum: 13 dec. 2024
Vraag met verzoek om schriftelijk antwoord E-002927/2024
aan de Commissie
Artikel 144 van het Reglement
Sebastian Everding (The Left), Anja Hazekamp (The Left), Tilly Metz (Verts/ALE)
In artikel 19, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1143/2014 betreffende invasieve uitheemse soorten is bepaald dat de lidstaten ervoor moeten zorgen dat dieren bij de uitvoering van beheersmaatregelen vermijdbare pijn, angst of lijden wordt bespaard. Veilige en niet-dodelijke beheersmethoden die op humane wijze worden uitgevoerd, zoals immunocontraceptieve vaccins en orale anticonceptiva zijn beschikbaar of kunnen verder worden ontwikkeld en beoordeeld om populaties van invasieve uitheemse soorten te beheersen. Deze methoden kunnen het gebruik van wrede letale methoden verminderen en zijn mogelijk doeltreffender. Wanneer deze methoden beschikbaar zijn, kunnen zij echter niet worden toegepast omdat de verordening ook de vrijlating van gehouden invasieve uitheemse diersoorten verhindert.
De Commissie wordt verzocht de volgende punten toe te lichten:
- Kunnen invasieve uitheemse diersoorten worden vrijgelaten nadat zij zijn gesteriliseerd en kunnen invasieve uitheemse diersoorten worden vrijgelaten na tijdelijk in een gesloten omgeving te zijn gehouden met het oog op het toedienen van immunocontraceptieve vaccins?
- Hoe kan de wetgeving het gebruik van wrede methoden voorkomen wanneer er alternatieven bestaan en waarom voorziet zij in een dergelijk restrictief kader voor het gebruik van alternatieven?
- Zijn er plannen voor financieringsmogelijkheden voor het ontwikkelen, testen en toepassen van innovatieve beheersmethoden die op humane wijze worden uitgevoerd, met inbegrip van beheersing van de vruchtbaarheid?
Indiendatum:
13 dec. 2024
Antwoorddatum: 12 feb. 2025
NL
E-002927/2024
Antwoord van mevrouw Roswall
namens de Europese Commissie
1. Voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten zijn onderworpen aan de in artikel 7 van de verordening betreffende invasieve uitheemse soorten[1] genoemde beperkingen. Gezien artikel 7, lid 1, onder h) valt ook de vrijlating van deze soorten in het milieu daaronder. Het is niet toegestaan om een invasieve uitheemse soort vrij te laten nadat die in een gesloten omgeving is gehouden.
2. Ter ondersteuning van de uitvoering van de verordening betreffende invasieve uitheemse soorten heeft de Commissie een handboek gepubliceerd over het humane beheer van gewervelde invasieve uitheemse soorten[2]. Dit ondersteunt de bevoegde autoriteiten bij het maken van keuzes over het beheer, onder meer wat betreft de beoordeling van de gevolgen op het vlak van dierenwelzijn. De bevoegde autoriteiten kunnen dit handboek gebruiken, maar zijn evenwel gebonden aan de voorschriften van de wetgeving zelf. Artikel 1 bepaalt dat in de verordening regels zijn vastgesteld om de nadelige gevolgen op de biodiversiteit van zowel de opzettelijke als de onopzettelijke introductie en verspreiding in de Unie van invasieve uitheemse soorten te voorkomen, tot een minimum te beperken en te matigen.
3. Het EU-programma voor milieu en klimaatactie (LIFE)[3] maakt financiering mogelijk voor het ontwikkelen, testen en toepassen van innovatieve beheersmethoden die op humane wijze worden uitgevoerd.
[1] Verordening (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten (PB L 317 van 4.11.2014, blz. 35).
Interessant voor jou
Vragen over de mogelijke verlaging van de beschermingsstatus van de wolf
Lees verderVragen over de wijziging van de habitatrichtlijn met als doel de beschermingsstatus van de wolf te verlagen
Lees verder