Vragen over Europese wetgeving voor genetische modificatie
Indiendatum: sep. 2017
Vraag met verzoek om schriftelijk antwoord aan de Commissie
Artikel 130 van het Reglement
Anja Hazekamp
In de Europese wetgeving voor genetische modificatie is opgenomen dat bij het werken met GMO's riciso-analyse, detecteerbaarheid en herkenbare labels noodzakelijke elementen zijn [1] en dat bij de uitvoering van de richtlijn rekening moet worden gehouden met het voorzorgsbeginsel [2]. Doel van deze wetgeving is volksgezondheid, milieu, diergezondheid en dierenwelzijn beschermen.
Een aantal lidstaten heeft voornemens om het uitzonderingsmechanisme voor nieuwe gentechtechnieken, zoals CRISPR/Cas9, te verruimen waardoor het indruist tegen het voorzorgsprincipe. Daarom loopt via de Franse staat een rechtszaak bij het Europees Hof van Justitie over de interpretatie van de Europese wetgeving voor genetische modificatie.
1) Is de Commissie het eens dat CRISPR/Cas9 een genetisch gemodificeerd mechanisme is dat valt onder de EU-wetgeving voor genetische modificatie?
2) Kan de Commissie garanderen dat in afwachting van de uitspraak van het Europees Hof van Justitie er geen nieuwe gentechnieken buiten de richtlijn worden toegelaten, omdat het toekennen van vrijstellingen voor nieuwe gentechnieken betekent dat er geen verdere risico-analyse en monitoring plaatsvindt?
3) Is de Commissie het met mij eens dat met het toelaten van uitzonderingen op de bestaande EU-wetgeving voor genetische modificatie het voor boeren, telers en consumenten niet meer te achterhalen is of er sprake is van genetische manipulatie?
[1] Verordening 1829/2003; Verordening 1830/2003; Richtlijn 2001/18
[2] Richtlijn 2001/18, Overweging 8
NL
E-006076/2017
Antwoord van de heer Andriukaitis
namens de Commissie
(23.11.2017)
1. Het Hof van Justitie van de Europese Unie oordeelt binnenkort of organismen die via gerichte mutagenese worden verkregen tot het toepassingsgebied van de wetgeving inzake genetisch gemodificeerde organismen (ggo's)[1] behoren en of lidstaten regels mogen vaststellen voor organismen die onder de in die wetgeving opgenomen vrijstellingsbepalingen vallen. CRISPR/Cas9 is een van de technologieën waarop de uitspraak van het Hof van toepassing zal zijn. De conclusies van de advocaat-generaal worden naar verwachting bekendgemaakt op 20 december 2017 en de uitspraak kan in de eerste helft van 2018 worden verwacht. Omdat alleen het Hof van Justitie bevoegd is over de interpretatie van Europese wetgeving bindend uitsluitsel te geven, kan de Commissie de vragen van het geachte Parlementslid niet beantwoorden.
2. De Commissie heeft niet de bevoegdheid om te beslissen of een bepaalde techniek al dan niet van de ggo-wetgeving mag worden vrijgesteld.
3. De Uniewetgever heeft al in 1990 besloten de ggo-wetgeving niet toe te passen op organismen die door middel van bepaalde genetische-modificatietechnieken zijn verkregen. De in de ggo-wetgeving vastgelegde specifieke traceerbaarheids- en etiketteringsvoorschriften gelden niet voor de organismen die onder deze vrijstellingen vallen.
[1] http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32001L0018
Interessant voor jou
Vragen over de afschot van beren en wolven in Roemenië
Lees verderVragen over de milieurisico's van kunstgrasvelden met rubbergranulaat
Lees verder