Vragen over een EU-verbod op import van PMSG-hormoon van drachtige paarden


Indiendatum: dec. 2019

Vraag met verzoek om schriftelijk antwoord

aan de Commissie

Artikel 138 van het Reglement

Anja Hazekamp (GUE/NGL)

De productie van PMSG veroorzaakt grote dierenwelzijnsproblemen, zoals structureel overmatige bloedafname bij drachtige paarden. In antwoord op schriftelijke vraag 1765/2016 geeft de Commissie toe op de hoogte te zijn van mishandeling van merries voor het inzamelen van hun bloed in derde landen.

In Verordening (EU) 2019/6 betreffende diergeneesmiddelen is bepaald dat producenten van diergeneesmiddelen uitsluitend werkzame stoffen mogen gebruiken die overeenkomstig goede praktijken voor de vervaardiging van werkzame stoffen worden vervaardigd. Bovendien mogen alleen dierlijke werkzame stoffen gebruikt worden, die geproduceerd zijn volgens in de Unie en op internationaal niveau geldende dierenwelzijnsnormen.

1) Is de Commissie van mening dat al het PMSG dat de EU invoert, is vervaardigd volgens internationale en in de EU geldende dierenwelzijnsnormen en kan zij de import van PMSG verbieden op grond van de dierenwelzijnseisen, zoals gesteld in Verordening (EU) 2019/6?

2) Artikel 93.2 van de Verordening bepaalt dat de Commissie maatregelen vaststelt met betrekking tot goede praktijken voor de vervaardiging van diergeneesmiddelen. Wanneer gaat de Commissie maatregelen vaststellen die leiden tot een importverbod van PMSG?

3) Welke maatregelen gaat de Commissie nemen om te komen tot een duurzamer, diervriendelijk en biologisch landbouwsysteem, waarin geen plek is voor middelen als PMSG?

Indiendatum: dec. 2019
Antwoorddatum: 11 mrt. 2020

NLE-004569/2019

Antwoord van mevrouw Kyriakides

namens de Europese Commissie

(11.3.2020)

Verordening (EU) 2019/6 betreffende diergeneesmiddelen 1 is van toepassing met ingang van

28 januari 2022. Op grond van deze verordening moet de Commissie uiterlijk op 29 januari

2025 uitvoeringshandelingen vaststellen met betrekking tot goede praktijken voor de

vervaardiging van diergeneesmiddelen en in diergeneesmiddelen gebruikte werkzame stoffen.

De Commissie blijft verontrust over de mogelijke mishandeling van paarden die worden

gefokt voor de productie van bloedserum in bepaalde derde landen, maar is van oordeel dat

een versterking van de dialoog en de samenwerking met derde landen meer geschikte

instrumenten zijn dan het opleggen van een verbod om op de situatie toe te zien en tot

positieve veranderingen te komen op het gebied van dierenwelzijn.

De Commissie zal op multilateraal niveau in het kader van de Wereldorganisatie voor

diergezondheid aandacht blijven vragen voor het welzijn van merries die voor PMSG worden

gefokt en zal het belang van een verbetering van de welzijnsomstandigheden van deze

paarden blijven benadrukken.