Vragen over de voedselveiligheid met betrekking tot de invoer van Canadees paardenvlees
Indiendatum: jul. 2015
Vraag met verzoek om schriftelijk antwoord aan de Commissie
Artikel 130 van het Reglement
Frédérique Ries (ALDE), Sirpa Pietikäinen (PPE), Virginie Rozière (S&D), Michèle Rivasi (Verts/ALE), Anja Hazekamp (GUE/NGL), Bart Staes (Verts/ALE), Robert Rochefort (ALDE)
In december 2014 heeft de Commissie de invoer van in Mexico geproduceerd paardenvlees verboden, omdat de capaciteit van de Mexicaanse autoriteiten om betrouwbare controles uit te voeren en met name de afwezigheid van bij Richtlijn 96/22/EG van de Raad verboden stoffen te bevestigen, ernstig tekortschiet.
Onlangs zijn door het Voedsel? en Veterinair Bureau (VVO) in Canada vergelijkbare traceerbaarheidsproblemen vastgesteld. Bij de laatste audit kwamen ernstige bezorgdheden aan het licht met betrekking tot de betrouwbaarheid van de controles van zowel ingevoerde als binnenlandse paarden die bestemd zijn voor uitvoer naar de EU.
Hoe denkt de Commissie ?aangezien uit deze VVO-audit blijkt dat niet kan worden gegarandeerd dat in Canada geslachte paarden die bestemd zijn voor uitvoer naar de EU niet zijn behandeld met stoffen zoals hormonale groeibevorderaars, die in de EU niet zijn toegestaan? te voorkomen dat in de EU Canadees paardenvlees op de markt wordt gebracht dat niet aan de EU-voedselveiligheidsvoorschriften voldoet?
NL
E-011891/2015
Antwoord van de heer Andriukaitis
namens de Commissie
(20.10.2015)
Na een evaluatie van de officiële controles die worden toegepast om de productie van paardenvlees te regelen in een aantal derde landen, heeft de Commissie bij het bevoegde permanent comité ontwerpmaatregelen ingediend tot wijziging van het certificaat voor de invoer van paardenvlees zoals vastgesteld in Verordening (EU) nr. 206/2010[1].
Deze wijzigingen, na goedkeuring door de Commissie, hebben tot doel ervoor te zorgen dat derde landen soortgelijke maatregelen treffen voor groeibevorderaars (hormonen) zoals bepaald in de EU (bv. een verbod of een beperking op het gebruik ervan voor therapeutische of zoötechnische doeleinden). Bovendien moet de behandeling van dieren in overeenstemming zijn met de bepalingen vastgesteld in het jaarlijkse residubewakingsprogramma van het derde land, zoals goedgekeurd door de Commissie. Ten slotte moeten de betrokken dieren ten minste 6 maanden verblijven in het land waar ze worden geslacht of sinds hun geboorte als ze minder dan 6 maanden oud zijn op het moment van slachten.
Na de discussie in het permanent comité en voorafgaand aan de aanneming ervan, zal de ontwerpmaatregel met het oog op opmerkingen worden ingediend bij de handelspartners van de EU die door deze maatregel zullen worden getroffen.
De Commissie oordeelt dat deze maatregel een verdere stap is om ervoor te zorgen dat de invoer van paardenvlees voldoet aan de voedselveiligheidsvoorschriften van de EU.
[1] http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32010R0206&from=en
Interessant voor jou
Vragen over internationale georganiseerde misdaad in de illegale visserij
Lees verderVragen over luchtkwaliteit in Nederland die niet voldoet aan EU-normen
Lees verder