Vragen over de veronachtzaming door de Commissie van het welzijn van ongewervelde zeedieren met gevoel bij de herziening van EU-wetten inzake het welzijn van diere
Indiendatum: 17 dec. 2021
Vraag met verzoek om schriftelijk antwoord E-005618/2021
aan de Commissie
Artikel 138 van het Reglement
Anja Hazekamp (The Left), Manuel Bompard (The Left), Caroline Roose (Verts/ALE), Francisco Guerreiro (Verts/ALE)
Overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) houdt de EU “ten volle rekening met hetgeen vereist is voor het welzijn van dieren als wezens met gevoel” (artikel 13 VWEU). Uit wetenschappelijke evaluaties van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA)(1) en de London School of Economics and Political Science (LSE)(2) is onomstotelijk gebleken dat ongewervelde zeedieren, zoals achtpotige weekdieren, pijlinktvissen en tienpotige schaaldieren, gevoel hebben. Niettemin is het welzijn van ongewervelde zeedieren in geen van de bestaande EU-wetten opgenomen. De Commissie heeft onlangs laten weten dat het welzijn van ongewervelde dieren ook geen onderdeel zal uitmaken van de aankomende herziening van EU-wetten inzake het welzijn van dieren(3). Kan de Commissie uitleggen waarom zij artikel 13 VWEU negeert door bij de herziening van EU-wetten inzake het welzijn van dieren niet ten volle rekening te houden met de welzijnseisen van ongewervelde dieren met gevoel? De Commissie heeft op 16 september 2021 laten weten dat “ongewervelde dieren niet onder het beoogde toepassingsgebied van deze herziening vallen”. Op 20 oktober 2021 is door het Parlement de “van boer tot bord”-resolutie aangenomen, waarin de Commissie wordt verzocht de ontwikkeling van betere welzijnsmethoden voor het vangen, aanlanden, vervoeren en slachten van ongewervelde zeedieren te ondersteunen en te stimuleren, op basis van de beste wetenschappelijke inzichten(4). Hoe is de Commissie voornemens dit verzoek en het verslag van de LSE van november 2021 op te volgen om het welzijn van ongewervelde zeedieren te verbeteren? | ||||||||
|
Original text
As established in the Treaty on the Functioning of the European Union (TFEU), the EU ‘shall, since animals are sentient beings, pay full regard to the welfare requirements of animals’. Scientific reviews by the European Food Safety Authority(1) and the London School of Economics and Political Science (LSE)(2) have conclusively proven that marine invertebrates, such as octopods, squid and decapod crustaceans, are sentient beings. However, none of the existing EU laws cover the welfare of marine invertebrates. The Commission recently stated that the upcoming revision of EU animal welfare laws will not cover invertebrate animals(3). Can the Commission explain why it is ignoring Article 13 of the TFEU by failing to pay full regard to the welfare requirements of sentient invertebrate animals during its revision of EU animal welfare legislation? The Commission’s statement that ‘the scope envisaged for this revision does not cover invertebrate animals’ dates from 16 September 2021. On 20 October 2021, Parliament adopted the Farm to Fork resolution, which calls on the Commission to support and encourage the development of higher welfare methods of capture, landing, transport and slaughter of marine invertebrates, on the basis of the best available science(4). How will the Commission follow up on this call and on the LSE report from November 2021 in order to improve the welfare of marine invertebrates? | ||||||||
|
Indiendatum:
17 dec. 2021
Antwoorddatum: 21 feb. 2022
Antwoord van mevrouw Kyriakides
namens de Europese Commissie
In de „van boer tot bord”-strategie is bepaald dat de herziene EU-wetgeving inzake dierenwelzijn gebaseerd moet zijn op de beste beschikbare wetenschappelijke gegevens[1]. Het wetgevingsvoorstel voor 2023 zal daarom gericht zijn op die soorten waarvoor voldoende bewijs voorhanden is om nieuwe bepalingen te onderbouwen.
De bestaande EU-regels inzake dierenwelzijn zijn aan herziening toe. Daarom heeft de Commissie de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) opdracht gegeven om uiterlijk in de eerste helft van 2023 nieuwe wetenschappelijke adviezen uit te brengen over het welzijn van een aantal soorten die momenteel onder de EU-wetgeving inzake dierenwelzijn vallen. Ongewervelde zeedieren behoren daar niet toe.
De Commissie en de EFSA hebben echter een akkoord bereikt over een routekaart[2] voor toekomstige wetenschappelijke adviezen over het welzijn van andere diersoorten, die van 2023 tot 2030 moeten worden uitgebracht. Deze routekaart omvat bepaalde ongewervelde dieren, zoals tienpotigen. Op basis van die werkzaamheden van de EFSA zou de Commissie na de vaststelling van het voor 2023 geplande wetgevingsvoorstel — indien en wanneer dat nodig wordt geacht — verder kunnen ingaan op de in de „van boer tot bord”-strategie naar voren gebrachte doelstellingen, te weten het uitbreiden en wetenschappelijk actualiseren van het toepassingsgebied van de huidige wetgeving.
Interessant voor jou
Vragen over de dood van een zwangere Poolse vrouw aan wie abortus werd geweigerd
Lees verderMondelinge vraag over een Europees commissaris voor dierenwelzijn
Lees verder