Vragen over de kap van het Limburgse Sterrebos en het daarmee verstoren van strikt beschermde diersoorten
Indiendatum: 1 feb. 2022
Het Sterrebos in Nederlands-Limburg herbergt 11 vleermuissoorten die strikt beschermd zijn door de EU-Habitatrichtlijn, alsook kraamverblijven van de gewone grootoorvleermuis en rosse vleermuis.
De provincie Limburg heeft een ontheffing gegeven voor het kappen van 7,5 hectare bos voor de uitbreiding van autofabriek Nedcar.
Is de Commissie op de hoogte van deze kwestie en bevestigt zij dat het opzettelijk verstoren van strikt beschermde diersoorten, zoals vleermuizen, en het beschadigen/vernielen van voortplantings- en rustplaatsen van deze dieren verboden is bij Artikel 12 van de EU-Habitatrichtlijn?
Sommige vleermuissoorten in het Sterrebos verkeren in een ongunstige staat van instandhouding. Kap van het Sterrebos doet mogelijk afbreuk aan het bereiken van een gunstige staat van instandhouding van de getroffen soorten [1].
Kan de Commissie bevestigen dat kap niet mag plaatsvinden als afbreuk wordt gedaan aan het streven om getroffen beschermde diersoorten in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan?
Het Sterrebos ligt binnen de externe werking van Natura2000-gebied Lilbosch en Mariahoop. Volgens experts zijn effecten op dit Natura2000-gebied en op de ingekorven vleermuis niet uitgesloten en niet onderzocht*.
Is de Commissie de mening dat het Sterrebos niet gekapt mag worden, alvorens de effecten op nabijgelegen Natura2000-gebieden grondig zijn onderzocht?
Indiendatum:
1 feb. 2022
Antwoorddatum: 18 mrt. 2022
Antwoord van de heer Sinkevičius
namens de Europese Commissie
De Commissie is niet eerder in kennis gesteld van de geplande kap van het Sterrebos.
Het opzettelijk verstoren van strikt beschermde soorten, zoals vleermuizen, en de beschadiging of vernieling van de voortplantings‐ en rustplaatsen van deze dieren zijn verboden op grond van artikel 12 van de habitatrichtlijn[1].
De lidstaten kunnen afwijkingen van artikel 12 toestaan op grond van de in artikel 16 van de habitatrichtlijn genoemde redenen, mits er geen andere bevredigende oplossing bestaat en de afwijking geen afbreuk doet aan het streven de populaties van de betrokken soort in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan. Om de naleving van de eisen inzake de strikte bescherming van diersoorten uit hoofde van de richtlijn te vergemakkelijken, heeft de Commissie onlangs haar richtsnoeren bijgewerkt[2].
Wat de mogelijke gevolgen voor een nabijgelegen Natura 2000-gebied betreft, is artikel 6 van de habitatrichtlijn, dat betrekking heeft op plannen en projecten die van invloed zijn op een Natura 2000-gebied, ook van toepassing indien het gebied waar het plan of project betrekking op heeft, zich buiten de grenzen van het Natura 2000-gebied bevindt.
Onverminderd de bevoegdheden van de Commissie als hoedster van de Verdragen is het in de eerste plaats aan de lidstaten om de naleving van de habitatrichtlijn en de vogelrichtlijn te waarborgen[3]. Het is ook hun verantwoordelijkheid om de Natura 2000-gebieden en beschermde habitats en soorten, inclusief alle wilde vogels, op hun grondgebied in overeenstemming met het EU‐recht te beheren.
[1] Richtlijn 92/43/EEG van de Raad inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7).
[2] Mededeling van de Commissie — Richtsnoeren inzake de strikte bescherming van diersoorten van communautair belang uit hoofde van de habitatrichtlijn (C/2021/7301 final).
[3] Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake het behoud van de vogelstand (PB L 20 van 26.1.2010, blz. 7).
Interessant voor jou
Vragen over verlaagde btw-tarieven voor producten van dierlijke oorsprong
Lees verderVragen over jachthonden uitgesloten van Spaanse dierenwelzijnswet
Lees verder