Vragen over de invoer van niet-mense­lijke primaten in de EU voor dier­proeven en onderzoek naar toxi­citeit en de plannen van de Commissie voor de gelei­de­lijke afschaffing daarvan


Indiendatum: 13 jun. 2023

Vraag met verzoek om schriftelijk antwoord E-001888/2023
aan de Commissie

Artikel 138 van het Reglement
Francisco Guerreiro (Verts/ALE), Tiziana Beghin (NI), Ignazio Corrao (Verts/ALE), Tilly Metz (Verts/ALE), Martin Buschmann (NI), Sylwia Spurek (Verts/ALE), Niels Fuglsang (S&D), Jordi Solé (Verts/ALE), Anja Hazekamp (The Left), Karen Melchior (Renew), Dino Giarrusso (NI), Marie Toussaint (Verts/ALE), Caroline Roose (Verts/ALE), Pascal Durand (S&D)

In Richtlijn 2010/63/EU betreffende de bescherming van dieren die voor wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt[1], wordt erkend dat het vangen van niet-menselijke primaten uit het wild zeer stressvol is voor de betrokken dieren en een verhoogd risico op letsel en lijden met zich meebrengt.

Om een einde te maken aan de vangst in het wild moeten de lidstaten er uit hoofde van artikel 10 van de richtlijn voor zorgen dat de in bijlage II genoemde primaten alleen in procedures worden gebruikt als zij nakomelingen zijn van in gevangenschap gefokte primaten of afkomstig zijn van zichzelf in stand houdende fokkolonies. Deze vereiste zou in november 2022 van kracht worden[2].

In de tweede haalbaarheidsstudie[3]over dit onderwerp werd echter geconcludeerd dat niet kan worden vastgesteld of het streven om enkel gebruik te maken van zichzelf in stand houdende fokkolonies in de toekomst zal worden bereikt, maar dat het onwaarschijnlijk is dat dit in de nabije toekomst voor alle gangbare primatensoorten zal worden bereikt, gezien de recente veranderingen in het gebruik, de beschikbaarheid, de vraag en de voortplantingspraktijken.

De EU nam een belangrijk moreel standpunt in toen zij besloot niet langer betrokken te willen zijn bij een van de wreedste aspecten van het gebruik van primaten. Wat zijn de huidige plannen van de Commissie met betrekking tot de bij Richtlijn 2010/63/EU ingevoerde bepaling om het gebruik van in het wild gevangen primaten geleidelijk af te schaffen en alleen nog gebruik te maken van primaten die afkomstig zijn van zichzelf in stand houdende fokkolonies?

[1] Richtlijn 2010/63/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 betreffende de bescherming van dieren die voor wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt (PB L 276 van 20.10.2010, blz. 33).

[2] https://www.europarl.europa.eu...

[3] https://circabc.europa.eu/ui/g....

Indiendatum: 13 jun. 2023
Antwoorddatum: 21 aug. 2023

Antwoord van de heer Sinkevičius
namens de Europese Commissie

In Richtlijn 2010/63/EU betreffende de bescherming van dieren die voor wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt[1], wordt erkend dat het vangen van niet-menselijke primaten uit het wild voor de betrokken dieren zeer stresserend is en leidt tot een verhoogd risico op lijden en verwondingen.

Daarom zijn bij de richtlijn twee wettelijke voorschriften ingevoerd om een einde te maken aan het vangen van dieren in het wild, ook wanneer dit voor fokdoeleinden gebeurt: in de eerste plaats werd het gebruiken van in het wild gevangen niet-menselijke primaten in wetenschappelijke procedures verboden per januari 2013, toen die richtlijn van kracht werd; in de tweede plaats werden de lidstaten ertoe verplicht te waarborgen dat de in bijlage II bij de richtlijn genoemde niet-menselijke primaten alleen in procedures mogen worden gebruikt als zij nakomelingen zijn van niet-menselijke primaten die in gevangenschap zijn gefokt of afkomstig zijn uit zichzelf in stand houdende fokkolonies. Het tweede voorschrift werd van kracht in november 2022, vijf jaar na de bekendmaking van de eerste haalbaarheidsstudie uit hoofde van artikel 10, lid 2, waarin werd geconcludeerd dat er geen reden was om deze datum te verschuiven.

In overweging 19 van de richtlijn wordt als einddoel genoemd dat nog uitsluitend gebruik gemaakt zou worden van niet-menselijke primaten uit fokkolonies die zichzelf in stand houden. Deze ambitieuze doelstelling is in de richtlijn echter niet in een wettelijk voorschrift omgezet. Op grond van artikel 10, lid 2, moet de Commissie de voortgang in de richting van dit doel beoordelen door na te gaan of het haalbaar is uitsluitend niet-menselijke primaten uit fokkolonies die zichzelf in stand houden, te gebruiken. In de studie werd geconcludeerd dat niet kon worden vastgesteld of het streven om enkel gebruik te maken van zichzelf in stand houdende fokkolonies in de toekomst zal worden bereikt. Gezien de recente veranderingen in het gebruik, de beschikbaarheid, de vraag en de voortplantingspraktijken is het onwaarschijnlijk dat dit in de nabije toekomst voor alle in deze context gebruikelijke niet-menselijke primatensoorten haalbaar is.

[1] Richtlijn 2010/63/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 betreffende de bescherming van dieren die voor wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt (PB L 276 van 20.10.2010, blz. 33).

Interessant voor jou

Vragen over structurele misstanden bij de transport van ongespeende kalfjes van Ierland naar de controleposten bij de Franse haven Cherbourg

Lees verder

Vragen over extra maatregelen tijdens diertransporten deze zomer

Lees verder

Word lid

    Learn More Doneer