Vragen over het niet waar­borgen van de strikte bescherming van de muur­ha­gedis in Nederland (Maas­tricht)


Indiendatum: 7 mrt. 2024

De muurhagedis is aangemerkt als strikt beschermde diersoort in de Habitatrichtlijn en in de Conventie van Bern. De soort wordt bedreigd in zijn voortbestaan. In Nederland leeft de muurhagedis maar op een enkele plek, te weten het Frontenpark in Maastricht.

Ondanks dat er in het Frontenpark (strikt) beschermde soorten leven wil gemeente Maastricht een tijdelijk parkeerdek bouwen. Dit bouwwerk krijgt drie verdiepingen en zal door diens hoogte zonlicht ontnemen aan de habitat van de muurhagedis en andere soorten zoals de hazelworm, terwijl zonlicht cruciaal is voor deze soorten. Er is geen volledige effectenbeoordeling gemaakt voor de gehele habitat en ook geen ontheffing aangevraagd voor het verstoren van de strikt beschermde muurhagedis.

1) Kan de Commissie bevestigen dat het verlenen van een vergunning voor een bouwwerk dat een prioritaire soort als de muurhagedis verstoort - zonder volledige effectenbeoordeling of ontheffing- in strijd is met de verplichtingen die voortvloeien uit de Habitatrichtlijn?

2) Welke acties kan de Commissie ondernemen om de bescherming van de muurhagedis te waarborgen nu de vergunning voor het bouwwerk al is verleend?

3) Welke acties kan de Commissie ondernemen indien Nederland de strikte bescherming van deze prioritaire soort niet waarborgt en behoort een inbreukprocedure tot de mogelijkheden?

Indiendatum: 7 mrt. 2024
Antwoorddatum: 23 mei 2024

Antwoord van de heer Sinkevičius namens de Europese Commissie

1. De muurhagedis is opgenomen in de lijst van bijlage IV bij de habitatrichtlijn[1]. Voor dergelijke soorten moeten de lidstaten een rechtsbeschermingsregeling invoeren die onder meer elke beschadiging of vernieling van hun voortplantings- of rustplaatsen verbiedt. De lidstaten mogen alleen van deze rechtsbescherming afwijken vanwege de in artikel 16 van de habitatrichtlijn genoemde specifieke redenen en indien uit een effectbeoordeling blijkt dat er geen andere bevredigende oplossingen zijn en dat de afwijking geen afbreuk doet aan het streven de populaties van de soort in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voorbestaan. Bovendien bepalen lidstaten in het kader van de milieueffectbeoordelingsrichtlijn (de MEB-richtlijn)[2] of projecten die onder bijlage II vallen, zoals parkeerplaatsen, aanzienlijke effecten kunnen hebben. Indien daaruit blijkt dat er sprake is van dergelijke effecten, met inbegrip van effecten op soorten die op grond van de habitatrichtlijn strikt moeten worden beschermd, moet er een milieueffectbeoordeling worden uitgevoerd.

2. en 3. De Commissie is niet bevoegd om de uitvoering van werkzaamheden te stoppen waarvoor de bevoegde autoriteiten van een lidstaat een bouwvergunning hebben afgegeven. De lidstaten zijn in de eerste plaats verantwoordelijk voor de juiste toepassing van het EU-recht. Bij nationale besluiten die onder het toepassingsgebied van de habitatrichtlijn vallen, zorgen de lidstaten ervoor dat het publiek toegang heeft tot nationale rechtbanken, met inbegrip van het recht om te verzoeken om een rechterlijk bevel[3]. Dit is volledig in overeenstemming met de strategische aanpak van de Commissie voor het inleiden van inbreukprocedures, die is gericht op gevallen van systematische niet-naleving[4].


[1] Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7).

[2] Richtlijn 2011/92/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten (PB L 26 van 28.1.2012, blz. 1).

[3] Voor het publiek beschikbare nationale regels inzake mogelijkheden in Nederland om naar de rechter te stappen ter bescherming van het milieu: https://e-justice.europa.eu/300/NL/access_to_justice_in_environmental_matters?init=true

[4] Zoals uiteengezet in de mededeling van 19 januari 2017 (EU-wetgeving: betere resultaten door betere toepassing — C/2016/8600 (PB C 18 van 19.1.2017, blz. 10) en in de mededeling van 13 oktober 2022 COM(2022) 518 final — Het EU-recht handhaven voor een Europa dat resultaten boekt.

Interessant voor jou

Vragen over de reach-beperking op het gebruik van lood bij schieten en vissen in de openlucht

Lees verder

Vragen over illegale visserij op ondermaatse sardines en zwaardvis in Italië

Lees verder

Word lid

    Learn More Doneer