Vragen over steun die via het programma Horizon Europa wordt verleend aan Isra­ë­lische bedrijven die betrokken zijn bij de aanhou­dende genocide in Palestina


Indiendatum: 2 okt. 2024

Vraag met verzoek om schriftelijk antwoord E-001930/2024/rev.1
aan de Commissie
Artikel 144 van het Reglement
Anthony Smith (The Left), Marc Botenga (The Left), Rudi Kennes (The Left), Manon Aubry (The Left), Jonas Sjöstedt (The Left), Hanna Gedin (The Left), Rima Hassan (The Left), Per Clausen (The Left), Leila Chaibi (The Left), João Oliveira (The Left), Lynn Boylan (The Left), Kathleen Funchion (The Left), Jussi Saramo (The Left), Merja Kyllönen (The Left), Emma Fourreau (The Left), Konstantinos Arvanitis (The Left), Pernando Barrena Arza (The Left), Dario Tamburrano (The Left), Danilo Della Valle (The Left), Mario Furore (The Left), Mimmo Lucano (The Left), Damien Carême (The Left), Younous Omarjee (The Left), Pasquale Tridico (The Left), Li Andersson (The Left), Anja Hazekamp (The Left), Estrella Galán (The Left), Giorgos Georgiou (The Left), Arash Saeidi (The Left), Ilaria Salis (The Left), Catarina Martins (The Left), Marina Mesure (The Left)

Sinds 7 oktober 2023, en het begin van het militaire offensief van de Israëlische regering in Gaza, heeft de EU via het programma Horizon Europa en de associatieovereenkomst tussen de EU en Israël 126 miljoen EUR uitgetrokken ter ondersteuning van 130 projecten waarbij Israëlische partners betrokken zijn. Tot deze partners behoren wapenbedrijven bij wie technologieën worden ontwikkeld die worden gebruikt tegen Palestijnse burgers. Israël is de grootste niet-Europese begunstigde van EU-financiering op het gebied van veiligheid.

Artikel 2 van de associatieovereenkomst tussen de EU en Israël stelt de voortzetting ervan afhankelijk van de eerbiediging van de mensenrechten. De EU-Verdragen verbieden de financiering van “uitgaven die voortvloeien uit operaties die gevolgen hebben op militair of defensiegebied” – een verbod dat moeten worden nageleefd, gezien het aannemelijke risico op genocide in Gaza, zoals erkend in een uitspraak van het Internationaal Gerechtshof van 26 januari 2024, en de illegale bezetting van Palestijnse gebieden, waarover de Algemene Vergadering van de VN op 18 september 2024 een resolutie heeft aangenomen waarin Israël wordt verzocht de bezetting binnen 12 maanden te beëindigen.

Zal de Commissie:

1. haar afkeuring uitspreken over de betrokkenheid bij de aanhoudende genocide in Gaza van Israëlische bedrijven die financiële steun van de EU hebben ontvangen via het programma Horizon Europa?

2. deze bedrijven uitsluiten van financiële steun van de EU?

3. de Raad voorstellen de associatieovereenkomst tussen de EU en Israël op te schorten?

Original text

Since 7 October 2023, and the beginning of the Israeli Government’s military offensive in Gaza, the EU has approved EUR 126 million in support of 130 projects involving Israeli participants through the Horizon Europe programme and the EU-Israel Association Agreement. Among these participants are arms companies developing technologies used against Palestinian civilians. Israel is the largest non-European beneficiary of EU security-related funding.

Article 2 of the EU-Israel Association Agreement makes its continuation conditional on respect for human rights. The EU Treaties prohibit the funding of ‘expenditure arising from operations having military or defence implications’ – a ban that should apply, given the plausible risk of genocide in Gaza recognised by an International Court of Justice order on 26 January 2024, and the illegal occupation of Palestinian territories, for which the UN General Assembly adopted a resolution on 18 September 2024 demanding that Israel end the occupation within 12 months.

Will the Commission:

1. Condemn the involvement of Israeli companies in the ongoing genocide in Gaza that have received EU financial support through the Horizon Europe programme?

2. Exclude these companies from EU financial support?

3. Propose to the Council that it suspend the EU-Israel Association Agreement?

Indiendatum: 2 okt. 2024
Antwoorddatum: 10 feb. 2025

NL

E-001930/2024

Antwoord van mevrouw Zaharieva

namens de Europese Commissie

1. Alle onderzoeks- en innovatieactiviteiten die in het kader van Horizon Europa[1] worden uitgevoerd, moeten exclusief gericht zijn op civiele toepassingen, zoals bepaald in de toepasselijke regels en met name in de Horizon Europa-verordening[2]. Tijdens de uitvoering van de Horizon Europa-projecten moeten alle begunstigden waarborgen dat de activiteiten in het kader van de actie aan deze regels voldoen.

Op het niveau van de uitvoering van Horizon Europa zijn verschillende mechanismen ingevoerd om te voorkomen dat EU-middelen voor activiteiten worden gebruikt die in strijd met het internationaal recht kunnen zijn. Alle projecten worden door de Commissie gemonitord om met name het gebruik van EU-middelen en de naleving van de contractuele verplichtingen te controleren. Niet-naleving kan aanleiding geven tot corrigerende of contractuele maatregelen zoals bepaald in de subsidieovereenkomst (bv. terugvordering van EU-financiering of beëindiging van de deelname).

2. Overeenkomstig het desbetreffende kader van Horizon Europa zou uitsluiting van deelnemers van een Horizon Europa-project louter op grond van hun nationaliteit neerkomen op discriminatie. Op grond van met name artikel 2, lid 2, van de associatieovereenkomst betreffende deelname aan Horizon Europa nemen Israëlische entiteiten deel aan het Horizon Europa-programma onder voorwaarden die gelijkwaardig zijn aan die welke van toepassing zijn op in de EU gevestigde juridische entiteiten[3].

 3. De associatieovereenkomst tussen de EU en Israël[4] vormt de rechtsgrondslag voor de lopende dialoog van de EU met de Israëlische autoriteiten over alle aangelegenheden betreffende sectorale samenwerking. De overeenkomst voorziet in mechanismen om kwesties te bespreken en het standpunt van de EU naar voren te brengen. De EU zal haar inzet voor de toepassing van de internationale mensenrechten en het internationaal humanitair recht in de bezette Palestijnse gebieden en in de Gazastrook blijven bevestigen; tegelijkertijd werkt de EU er actief aan een politiek proces nieuw leven in te blazen dat tot een langdurige en duurzame vrede op basis van een tweestatenoplossing moet leiden. Een besluit tot opschorting van de associatieovereenkomst is aan de Raad en hiervoor is eenparigheid van stemmen vereist.
 

[3] Artikel 2, lid 2, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie enerzijds en Israël anderzijds over de deelname van Israël aan het programma van de Unie “Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie” (PB L 95 van 23.3.2022, blz. 143).

[4] PB L 147 van 21.6.2000, blz. 1.

Interessant voor jou

Vragen over de bescherming van wilde dieren in het oogstseizoen

Lees verder

Vragen over de openbare raadpleging en het verzoek om input waarbij burgers massaal aangeven dat de verkoop van zeehondenproducten verboden moet blijven

Lees verder

Word lid

    Learn More Doneer