Vragen over het vergassen van ganzen in de Nederlandse provincie Zeeland
Indiendatum: 10 apr. 2024
De Provincie Zeeland is voornemens om op grote schaal ganzen te laten vergassen in en rondom Natura-2000 gebieden, gedurende 5 jaar tussen 15 mei en 1 augustus. De ganzen zijn dan in de rui en kunnen -net als hun kuikens- niet vliegen.(1)
Volgens de Europese Vogelrichtlijn dienen EU-landen er op toe te zien dat vogelsoorten niet worden verstoord of bejaagd zolang de jonge vogels het nest nog niet hebben verlaten en gedurende de verschillende fasen van de broedperiode. Grauwe ganzen leggen eieren van eind februari tot in mei. De jongen zijn met 45-60 dagen vliegvlug en zijn nestvlieders. Hun familieverband blijft tot in de winter intact.
Is de Commissie het ermee eens dat het vergassen van gezonde ganzen onacceptabel is, groot dierenleed veroorzaakt en hoe verhoudt zich dit tot de verplichting van Lidstaten om ten volle rekening te houden met het welzijn van dieren als wezens met gevoel, zoals vastgelegd in Artikel 13 van het Verdrag?
Hoe verhoudt het vergassen van ganzen in een periode waarin ganzen (gedeeltelijk) nog broeden en hun jongen het nest nog niet hebben verlaten zich tot de beschermingsbepalingen en doelen zoals gesteld in de EU-Vogelrichtlijn?
Welke acties onderneemt en plant de Commissie om te voorkomen dat derogaties in de Vogelrichtlijn onjuist worden ingezet, zoals hier het geval lijkt?
Indiendatum:
10 apr. 2024
Antwoorddatum: 19 jun. 2024
Antwoord van de heer Sinkevičius namens de Europese Commissie
1. In het EU-beleid moet zowel op zowel nationaal als EU-niveau rekening worden gehouden met dierenwelzijn[1]. De EU heeft weliswaar wetgeving aangenomen inzake dierenwelzijn bij het slachten[2] en voor dieren die voor landbouwdoeleinden worden gehouden[3], maar zij is niet bevoegd om wetgeving vast te stellen inzake het welzijn van niet-gedomesticeerde grauwe ganzen die in het wild leven (Anser anser).
2. De grauwe gans valt onder het toepassingsgebied van de vogelrichtlijn[4] en op grond van artikel 7 mag er niet op worden gejaagd tijdens de broedperiode. Deze bepaling is zowel binnen als buiten de Natura 2000-gebieden van toepassing. Krachtens artikel 9 mogen de lidstaten onder strikte voorwaarden van deze bepalingen afwijken en zij moeten dan nog steeds garanderen dat deze afwijking de instandhouding van de vogelpopulatie niet doet verslechteren. Overeenkomstig artikel 4, lid 2, van de vogelrichtlijn, moeten de lidstaten in Natura 2000-gebieden speciale instandhoudingsmaatregelen treffen voor geregeld voorkomende soorten.
3. In Nederland moeten afwijkingen gerechtvaardigd zijn voor zowel de sedentaire als de trekkende vogelpopulatie. In het geval van de trekpopulatie moeten afwijkingen gerechtvaardigd worden op niveau van de vliegroutes en de jacht in andere lidstaten, om ervoor te zorgen dat het totale aantal gedode dieren de pogingen tot instandhouding niet in gevaar brengt. Hoewel in de eerste plaats de lidstaten verantwoordelijk zijn voor het toezicht op de toepassing van de desbetreffende wettelijke bepalingen en het nemen van de nodige stappen voor de handhaving, zal de Commissie, in haar rol als hoedster van de Verdragen, de situatie monitoren en zo nodig besluiten passende maatregelen te nemen. Zij zou deze kwestie aan de orde kunnen stellen tijdens haar regelmatige dialoog met de Nederlandse autoriteiten over de uitvoering van de natuurwetgeving van de EU.
[1] Dierenwelzijn behoort tot de beleidsterreinen genoemd in artikel 13 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) “Bij het formuleren en uitvoeren van het beleid van de Unie op het gebied van landbouw, visserij, vervoer, interne markt en onderzoek, technologische ontwikkeling en de ruimte, houden de Unie en de lidstaten ten volle rekening met hetgeen vereist is voor het welzijn van dieren als wezens met gevoel”.
[2] Verordening (EG) nr. 1099/2009 van de Raad van 24 september 2009 inzake de bescherming van dieren bij het doden (Voor de EER relevante tekst) (PB L 303 van 18.11.2009, blz. 1).
[3] Richtlijn 98/58/EG van de Raad van 20 juli 1998 inzake de bescherming van voor landbouwdoeleinden gehouden dieren (PB L 221 van 8.8.1998, blz. 23).
[4] Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand (PB L 20 van 26.1.2010, blz. 7).
Interessant voor jou
Vragen over illegale visserij op ondermaatse sardines en zwaardvis in Italië
Lees verderVragen over een EU-verbod op handel in zeehondenproducten
Lees verder