EP wil af van schim­mel­be­strijder die resis­tente ‘COVID19-schimmel’ veroor­zaakt

Een meerderheid van het Europees Parlement wil dat de schimmelbestrijder ‘difenoconazool’ van de markt wordt gehaald. 407 Europarlementariërs stemden woensdag voor een motie van Europarlementariër Anja Hazekamp om de schimmelbestrijder van de markt te halen. Momenteel mag het middel nog worden gebruikt in de landbouw, maar dit gebruik zorgt voor het ontstaan van resistente schimmelsoorten die gevaarlijk zijn voor de volksgezondheid.

Vorig jaar werd bekend dat één op de vier coronapatiënten die op de intensive care terecht kwamen, geïnfecteerd was door de schimmel ‘Aspergillus fumigatus’. 15% van deze patiënten had een resistente variant, die moeilijk te behandelen is. Het merendeel van de coronapatiënten die de resistente schimmelvariant opliepen, stierf. Van landbouwfgif ‘difenoconazool’ is bekend dat het juist deze schimmel, die veel bij coronapatiënten voorkomt, resistent maakt.

Hazekamps motie bevatte daarnaast een oproep om onkruidverdelger chloortoluron van de markt te halen. Het gif heeft hormoonverstorende eigenschappen en kan daarnaast veel schade veroorzaken als het in rivieren of sloten terecht komt.

Beide stoffen worden momenteel opnieuw onderzocht door de Europese Unie, maar de conclusies van dit onderzoek laten al jaren op zich wachten. “Er is genoeg bewijs dat de stoffen risicovol zijn voor mens, dier en milieu. De EU moet het voorzorgsbeginsel toepassen en de gifstoffen van de markt halen,” aldus Europarlementariër Hazekamp.