Bijdrage mili­eu­com­missie over de Veror­dening van de Commissie tot wijziging van de bijlagen II en III bij Veror­dening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maxi­mum­ge­halten aan residuen van cypro­co­nazool en spiro­di­clofen

Anja Hazekamp (PvdD):

Eigenlijk is dit debat heel simpel. Het komt op het volgende neer: wanneer iets zo giftig is dat het niet meer veilig gebruikt kan worden en wordt verboden, moet je het ook niet opeten.

Dus wanneer wij het onze boeren verbieden om deze gevaarlijke pesticiden te gebruiken, moeten we er ook voor zorgen dat ze niet toch nog, via de omweg van import, op ons bord belanden. De residuenniveau ’s moet daarom natuurlijk zo laag mogelijk gesteld worden.

Dat is niet alleen veel beter voor de gezondheid van de mensen die de groenten en fruitsoorten eten, maar ook voor de gezondheid van de boeren die de groenten telen in andere delen van de wereld. Het is beter voor het milieu, want die gifstoffen zijn niet alleen slecht voor mensen, maar ook voor dier en milieu. En als klap op de vuurpijl, is het ook veel beter voor onze boeren hier. Want het is natuurlijk een raar en oneerlijk verhaal, dat als deze boeren het op moeten nemen tegen oneerlijke concurrentie van boeren die die gevaarlijke gifstoffen wel mogen gebruiken terwijl het hier verboden is.

Dus ik roep al mijn collega’s op om onze bezwaren tegen deze twee stoffen: cyproconazole en spirodiclofen toch te steunen. En ik wil graag vandaag nog antwoord van de Commissie op de prangende vraag: “waar blijft het wetsvoorstel dat ons al jaren geleden beloofd is om een verbod in te instellen op de export van deze gevaarlijke, verboden pesticides?” Want wat we niet exporteren komt ook niet meer als een boemerang terug op ons bord. Dat verbod is ons al jaren geleden beloofd, het is tijd om te leveren! Graag een reactie van de Commissie.