Ontwerp­re­so­lutie over dieren­welzijn, het gebruik van anti­mi­cro­biële stoffen en de mili­eu­ge­volgen van de indu­striële vlees­kip­pen­hou­derij


17 oktober 2018

ONTWERPRESOLUTIE

naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8‑0410/2018

ingediend overeenkomstig artikel 128, lid 5, van het Reglement

over dierenwelzijn, het gebruik van antimicrobiële stoffen en de milieugevolgen van de industriële vleeskippenhouderij

(2018/2858(RSP))

Anja Hazekamp, Stefan Eck, Kateřina Konečná, Patrick Le Hyaric, Dimitrios Papadimoulis, Merja Kyllönen, Stelios Kouloglou, Marisa Matias, Maria Lidia Senra Rodríguez, Paloma López Bermejo
namens de GUE/NGL-Fractie

Keith Taylor, Thomas Waitz, Maria Heubuch, Martin Häusling, Yannick Jadot, Marco Affronte, Michèle Rivasi, Pascal Durand, Philippe Lamberts, Karima Delli, Eva Joly, Linnéa Engström, Jakop Dalunde, Margrete Auken, Sven Giegold, Ska Keller, Igor Šoltes, Florent Marcellesi, Bart Staes, Tilly Metz, Bronis Ropė, Ana Miranda, Jordi Solé, Heidi Hautala, Bodil Valero, Julia Reda, Judith Sargentini, Molly Scott Cato, Michel Reimon, Klaus Buchner, Bas Eickhout
namens de Verts/ALE-Fractie

Karin Kadenbach, Pavel Poc, Jytte Guteland, Maria Noichl, Miriam Dalli, Jeppe Kofod, David Martin, Julie Ward, Kathleen Van Brempt, Miltiadis Kyrkos
namens de S&D-Fractie

Eleonora Evi, Marco Zullo, Piernicola Pedicini, Rosa D’Amato, Isabella Adinolfi, Laura Agea
namens de EFDD-Fractie

Resolutie van het Europees Parlement over dierenwelzijn, het gebruik van antimicrobiële stoffen en de milieugevolgen van de industriële vleeskippenhouderij

(2018/2858(RSP))

Het Europees Parlement,

– gezien Richtlijn 98/58/EG van de Raad van 20 juli 1998 inzake de bescherming van voor landbouwdoeleinden gehouden dieren[1],

– gezien Richtlijn 2007/43/EG van de Raad van 28 juni 2007 tot vaststelling van minimumvoorschriften voor de bescherming van vleeskuikens ("de vleeskippenrichtlijn")[2],

– gezien Verordening (EG) nr. 543/2008 van de Commissie van 16 juni 2008 houdende uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat betreft de handelsnormen voor vlees van pluimvee[3],

– gezien het verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 7 april 2016 over de invloed van genetische selectie op het welzijn van vleeskuikens (COM(2016)0182),

– gezien de studie van de Commissie van 21 november 2017 over de toepassing van Richtlijn 2007/43/EG van de Raad en de ontwikkeling van welzijnsindicatoren,

– gezien het verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 13 april 2018 over de toepassing van Richtlijn 2007/43/EG en de invloed daarvan op het welzijn van vleeskuikens alsook over de ontwikkeling van welzijnsindicatoren (COM(2018)0181),

– gezien Verordening (EG) nr. 1099/2009 van de Raad van 24 september 2009 inzake de bescherming van dieren bij het doden[4],

– gezien zijn resolutie van 13 september 2018 over een Europees "één gezondheid"-actieplan tegen antimicrobiële resistentie (AMR)[5],

– gezien het verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 19 december 2013 over de verschillende bedwelmingsmethoden voor pluimvee (COM(2013)0915),

– gezien de studie van de Commissie van 9 november 2017 over de voorbereiding van goede praktijken inzake de bescherming van dieren bij het doden,

– gezien de haalbaarheidsstudie van de Commissie van 26 januari 2009 over de etikettering inzake dierenwelzijn en de oprichting van een communautair referentiecentrum voor de bescherming en het welzijn van dieren (deel 1: etikettering inzake dierenwelzijn),

– gezien het verslag van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 28 oktober 2009 over de opties voor etikettering inzake dierenwelzijn en de oprichting van een Europees netwerk van referentiecentra voor de bescherming en het welzijn van dieren (COM(2009)0584),

– gezien het werkdocument van de diensten van de Commissie van 28 oktober 2009 betreffende de effectbeoordeling bij het verslag aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's over de opties voor etikettering inzake dierenwelzijn en de oprichting van een Europees netwerk van referentiecentra voor de bescherming en het welzijn van dieren (SEC(2009)1432),

– gezien Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid ("diergezondheidswetgeving")[6],

– gezien Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen ("de verordening officiële controles")[7],

– gezien de speciale Eurobarometers 270 en 450 over de houding van de EU‑burgers ten aanzien van dierenwelzijn en de houding van de consumenten in de EU ten aanzien van de etikettering van dierlijke producten volgens de productiemethode,

– gezien de wetenschappelijke adviezen en verslagen over de gevolgen op het gebied van gezondheid en welzijn van genetische selectie en het houden en onderbrengen van vleeskuikens en vleeskuikenouderdieren, alsook over diergebonden indicatoren inzake het welzijn en de stressbestendigheid van vleeskuikens, gepubliceerd door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) als antwoord op de vragen EFSA‑Q‑2012‑01002[8], EFSA-Q-2012-00670[9], EFSA-Q-2011-00915[10], EFSA-Q-2009-00798[11], EFSA‑Q-2009-00504[12], EFSA-Q-2009-00505[13], EFSA-Q-2009-00796[14] en EFSA-Q‑2009-00797[15],

– gezien de wetenschappelijke adviezen en verslagen over de risico's voor de volksgezondheid in verband met de aanwezigheid van Campylobacter spp. en Salmonella spp. bij het houden van vleeskuikens, gepubliceerd door de EFSA als antwoord op de vragen EFSA-Q-2008-293[16], EFSA-Q-2009-00233[17], EFSA-Q-2010-00687[18], EFSA-Q-2008-416A[19], EFSA-Q-2008-416B[20], EFSA-Q-2008-469[21], EFSA-Q-2006-040[22] en EFSA-Q-2006-046[23],

– gezien het beknopt verslag van de Europese Unie over antimicrobiële resistentie in zoönotische en indicatorbacteriën bij mensen, dieren en levensmiddelen in 2014 en 2016, gepubliceerd door de EFSA en het Europees Centrum voor ziektepreventie en ‑bestrijding (ECDC) als antwoord op de vragen EFSA-Q-2015-00088[24] en EFSA-Q-2016-00622[25],

– gezien de vraag aan de Commissie over dierenwelzijn, het gebruik van antimicrobiële stoffen en de milieugevolgen van de industriële vleeskippenhouderij (O‑000095/2018 – B8‑0410/2018),

– gezien artikel 128, lid 5, en artikel 123, lid 2, van zijn Reglement,

A. overwegende dat er in de Europese Unie jaarlijks ongeveer zeven miljard vleeskuikens voor voedingsdoeleinden worden geslacht[26];

B. overwegende dat de overgrote meerderheid van de vleeskuikens in conventionele industriële kwekerijen wordt gehouden, waar tienduizenden[27] kippen zijn ondergebracht in benarde omstandigheden, zonder toegang tot enige afleiding, de openlucht of natuurlijk licht, en met een hoge concentratie schadelijke gassen; overwegende dat dergelijke omstandigheden schadelijk zijn voor de gezondheid van mens en dier en het milieu verontreinigen;

C. overwegende dat de genetische selectie van vleeskuikens voor een snelle groei door de EFSA is geïdentificeerd als een belangrijke factor die de gezondheid en het welzijn van deze dieren in gevaar brengt en verantwoordelijk is voor verlamming, cardiovasculair falen en een hoog sterftecijfer;

D. overwegende dat minder dan 5 % van alle vleeskuikens in de EU tot een trager groeiend ras behoort dat wordt geassocieerd met een betere levenskwaliteit en een betere gezondheid; overwegende dat 40 % van de vleeskuikens wordt gehouden in een bezettingsdichtheid van 34-39 kg/m2 en nog eens 26 % in een bezettingsdichtheid tot 42 kg/m2, terwijl de dichtheid overeenkomstig Richtlijn 2007/43/EG minder dan 33 kg/m2 moet zijn;

E. overwegende dat de indicatoren voor het dierenwelzijn bij het slachten waarin de vleeskippenrichtlijn voorziet in de lidstaten vaak onvoldoende en inconsequent worden gebruikt;

F. overwegende dat door de EFSA[28] vastgestelde robuuste diergebonden maatregelen voor het welzijn van vleeskuikens kunnen bijdragen tot de verbetering van het welzijn van vleeskuikens op het bedrijf, tijdens het vervoer en bij het slachten;

G. overwegende dat bedwelming in waterbaden en het levend aanhaken en omkeren van kippen ernstige en vermijdbare risico's voor het dierenwelzijn inhouden, alsook gezondheidsrisico's voor de betrokken werknemers; overwegende dat de momenteel toegestane elektrische parameters ertoe kunnen leiden dat een significant aantal dieren onjuist wordt bedwelmd[29];

H. overwegende dat er in de Europese Unie steeds meer stalbranden voorkomen;

I. overwegende dat het gebruik van landbouwsystemen en vleeskuikenrassen die het welzijn vergroten, de resultaten op het gebied van diergezondheid en dierenwelzijn kan verbeteren en zo bijdraagt tot een vermindering van de behoefte aan antimicrobiële stoffen, waarbij een hoogwaardige productkwaliteit gewaarborgd blijft;

J. overwegende dat een slecht welzijn als gevolg van een hoge bezettingsdichtheid[30] en warmtestress[31] hormonale, fysiologische en immunologische tekorten kan veroorzaken waardoor vleeskuikens vatbaarder kunnen worden voor ziekten;

K. overwegende dat het verband tussen slechte omstandigheden inzake dierenwelzijn, voedselveiligheid en de gevolgen voor de gezondheid van mens en dier een belangrijke reden is tot bezorgdheid over het welzijn van dieren;

L. overwegende dat de aanwezigheid van multiresistente zoönotische stammen van Campylobacter spp. en Salmonella spp. in vleeskuikenbedrijven en in het vlees van slachtkippen volgens de EFSA en het ECDC een steeds grotere bedreiging vormt voor de volksgezondheid[32];

M. overwegende dat de praktijk van uitdunning, waarbij een deel van de dieren vóór het einde van de fokperiode wordt verwijderd om het gewicht van de resterende kippen te verhogen, volgens de EFSA een 25 % hoger risico met zich brengt dat het vlees van slachtkippen met Campylobacter spp. wordt besmet[33];

N. overwegende dat broederijen en ouderdieren niet in de vleeskippenrichtlijn zijn opgenomen en bijgevolg niet worden gescreend op het vlak van dierengezondheid en dierenwelzijn, niettegenstaande het feit dat de omstandigheden in de broederijen en van de ouderdieren de gezondheid en de sterftecijfers in vleeskuikenbedrijven beïnvloeden;

O. overwegende dat uit de laatste speciale Eurobarometer over dierenwelzijn blijkt dat meer dan 50 % van de Europese burgers bij het kopen van dierlijke producten op zoek zijn naar informatie over de productiemethode en dat zij bereid zijn meer te betalen voor meer dierenwelzijn; overwegende dat meer dan 80 % van de Europese burgers willen dat het welzijn van gekweekte dieren in de EU toeneemt;

P. overwegende dat uit het verslag van de Commissie van 28 oktober 2009 (COM(2009)0584) blijkt dat indien aan de consumenten meer informatie wordt verstrekt over de wijze waarop landbouwdieren worden gehouden, dit de transparantie zou vergroten en meer welzijn in de productiemethoden kan bevorderen;

Q. overwegende dat de terminologie voor de etikettering van vlees van pluimvee waarin de huidige handelsnormen voor pluimvee voorzien niet verplicht is en de consument geen volledige transparantie over de productiemethode biedt;

R. overwegende dat EU-landbouwers en ngo's hun bezorgdheid hebben geuit over de sociale en milieugevolgen van de invoer van goedkoop kippenvlees en de misleidende etikettering van kippenvlees dat in de Europese Unie wordt verwerkt, maar afkomstig is uit derde landen zoals Oekraïne;

1. is bezorgd over de toename van multiresistente zoönoseverwekkers die typisch zijn voor de vleeskuikenhouderij, zoals Campylobacter spp., Salmonella spp. en E. coli[34];

2. dringt er bij de Commissie op aan beleid te ontwikkelen om het gebruik van alternatieve houderijsystemen voor vleeskuikens te stimuleren, met name door gebruik te maken van traditionele en/of vleeskuikenrassen die meer welzijn mogelijk maken;

3. is bezorgd over het feit dat uit het verslag van de Commissie over de impact van de vleeskippenrichtlijn op het dierenwelzijn blijkt dat een hoge bezettingsdichtheid van meer dan de algemene regel van 33 kg/m2 het frequentst voorkomt, en dat er geen verbetering is wat betreft de gecontroleerde parameters, met inbegrip van welzijnsindicatoren die vaak onvoldoende en inconsequent worden toegepast in de lidstaten;

4. verzoekt de lidstaten de bestaande voorschriften ten aanzien van het welzijn van vleeskuikens beter toe te passen en te handhaven;

5. dringt er bij de Commissie op aan robuuste, gevalideerde indicatoren voor het welzijn van vleeskuikens en ouderdieren te ontwikkelen, met inbegrip van richtsnoeren voor goede praktijken voor broederijen, op basis van de adviezen van de EFSA en van de bijbehorende wetenschappelijke en technische bewijzen;

6. verzoekt de Commissie het houden van extreem snelgroeiende kippenrassen geleidelijk te verbieden omdat deze een bedreiging vormen voor het welzijn van vleeskuikens;

7. verzoekt de Commissie en de lidstaten na te gaan welke mogelijkheden er zijn om het aandeel van pluimvee met vrije uitloop te vergroten en zo elk dier ten minste regelmatige toegang tot daglicht te bieden en het toe te laten soortspecifiek gedrag te vertonen;

8. verzoekt de Commissie en de lidstaten het probleem van stalbranden aan te pakken door goede praktijken te bevorderen en door brandveiligheidseisen in te voeren die garanderen dat dieren bij brand hun stal kunnen ontvluchten;

9. dringt er bij de Commissie op aan regels vast te stellen om het levend aanhaken en omkeren van vleeskippen en het elektrisch bedwelmen in waterbaden geleidelijk te verbieden, en in plaats daarvan het gebruik van doeltreffende humane en sanitaire bedwelmingsmethoden te bevorderen;

10. verzoekt de EFSA een advies uit te brengen over de prevalentie en risicofactoren voor antimicrobieel resistente Campylobacter spp., Salmonella spp. en E. coli met zoönotisch potentieel;

11. verzoekt de Commissie een stappenplan op te stellen voor alternatieve en kleinschalige vleeskuikenhouderijsystemen die meer welzijn en/of het gebruik van traditionele vleeskuikenrassen waarborgen, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan het verminderen van de prevalentie en de verspreiding van antimicrobieel-resistente besmettelijke zoönoseverwekkers en aan het verminderen van het gebruik van antimicrobiële stoffen die belangrijk zijn voor de menselijke gezondheid, overeenkomstig het "één gezondheid"-actieplan tegen antimicrobiële resistentie en de verordening inzake geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik;

12. verzoekt de Commissie de handelsnormen voor pluimvee te herzien en, met het oog op transparantie voor de consument, binnen een passende termijn een verplichte etikettering in te voeren voor kippenvlees en vleesproducten en bereidingen afkomstig van kip volgens productiemethode (vergelijkbaar met het systeem voor de etikettering van eieren), land van oorsprong, dierenwelzijn, gezondheidseffecten en ecologische voetafdruk;

13. wijst erop dat de invoer van kippenvlees uit landen met lagere normen op het gebied van milieu, sociaal beleid, voedselveiligheid en dierenwelzijn is toegenomen; verzoekt de Commissie erop toe te zien dat ingevoerd kippenvlees en vleesproducten en bereidingen afkomstig van kip geproduceerd zijn overeenkomstig de normen op het gebied van milieu, sociaal beleid, voedselveiligheid en dierenwelzijn die in de Unie gelden;

14. verzoekt de Commissie Richtlijn 2007/43/EG van de Raad binnen een passende termijn te herzien, specifieke dierenwelzijnsindicatoren in te voeren voor broederijen en voor de bescherming van vleeskuikenouderdieren, een volledig gamma verplichte en gevalideerde welzijnsindicatoren voor het toezicht op het welzijn van individuele kuikens op de houderijen (met inbegrip van ouderdieren) en bij het slachten vast te stellen overeenkomstig artikel 21, lid 8, onder e), en artikel 96, onder b), van Verordening (EU) 2017/625, en betere milieu- en houderijnormen vast te stellen (met inbegrip van het gebruik van rassen die meer welzijn mogelijk maken, een lagere bezettingsdichtheid zonder uitzonderingen, een verbod op meer dan één keer uitdunnen, passende afleidingsvoorzieningen, voldoende natuurlijk licht en zitstokruimte en strengere parameters voor de luchtkwaliteit);

15. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

[1] PB L 221 van 8.8.1998, blz. 23.

[2] PB L 182 van 12.7.2007, blz. 19.

[3] PB L 157 van 17.6.2008, blz. 46.

[4] PB L 303 van 18.11.2009, blz. 1.

[5] Aangenomen teksten, P8_TA(2018)0354.

[6] PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1.

[7] PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1.

[8] EFSA Journal 2013;11(7):3299.

[9] EFSA Supporting Publications 2012:EN-341.

[10] EFSA Supporting Publications 2012:EN-295.

[11] EFSA Journal 2010; 8(7):1670.

[12] EFSA Journal 2010; 8 (7):1666.

[13] EFSA Journal 2010; 8(7):1667.

[14] Technisch verslag aan de EFSA van het Institut National de la Recherche Agronomique, het Departement Dierwetenschappen Wageningen UR en het Agence Française de Sécurité Sanitaire des Aliments getiteld "Toward an Information System on Broiler Welfare: Genetic selection Aspects", 11 mei 2010.

[15] EFSA Journal 2009; 7(12):1439.

[16] EFSA Journal 2011; 9(7):2106.

[17] EFSA Journal 2011; 9(4):2105.

[18] EFSA Journal 2011; 9(2):2017.

[19] EFSA Journal 2010; 8(03):1503.

[20] EFSA Journal 2010; 8(8):1522.

[21] EFSA Journal 2010; 8(1):1437.

[22] Report of the Task Force on Zoonoses Data Collection on the Analysis of the baseline survey on the prevalence of Salmonella in broiler flocks of Gallus gallus, Part A, The EFSA Journal (2007) 98, 1-85.

[23] Report including a proposal for a harmonized monitoring scheme of antimicrobial resistance in Salmonella in fowl (Gallus gallus), turkeys, and pigs and Campylobacter jejuni and C. coli in broilers, The EFSA Journal (2007) 96, 1-46.

[24] EFSA Journal 2016; 14(2):4380.

[25] EFSA Journal 2018;16(2):5182.

[26] Eurostat, slachtstatistieken, alle soorten, per land, 2014.

[27] Germán Giner Santonja, Konstantinos Georgitzikis, Bianca Maria Scalet, Paolo Montobbio, Serge Roudier, Luis Delgado Sancho, Best Available Techniques (BAT) Reference Document for the Intensive Rearing of Poultry or Pigs, 2017.

[28] EFSA Journal 2012; 10(6):2767.

[29] Europese Commissie, overzicht van de VVB-audits om de officiële controles op het welzijn van dieren bij het slachten te evalueren, uitgevoerd in de lidstaten in 2015‑2016.

[30] Özcan Cengiz, Bekir Hakan Köksal, Onur Tatlı, Eren Kuter, Umair Ahsan, Gülşen Güven, Ömer Sevim, Sacit F Bilgili, Ahmet Gökhan Önol, ‘Supplemental boric acid does not prevent the development of footpad dermatitis in broilers subjected to high stocking density’, Poultry Science, pey337, 14 August 2018.

[31] Lara, L.J., Rostagno, M.H., Impact of Heat Stress on Poultry Production, Animals, 2013, 3, 356-369.

[32] EFSA Journal 2018;16(2):5182.\\tradstudiopproj\PPROJ_WF$\WF_VE\Unit Projects\@REs\Project 5\en-GB\EFSA Journal 2018;16(2):5182.

[33] EFSA Journal 2010; 8(03):1503.

[34] EFSA Journal 2018;16(2):5182.

Voor

Tegen